Soorten Blusmiddelen

 

 AANTAL EN KEUZE VAN BRANDBLUSMIDDELEN 


Blustoestellen moeten in een gebouw zodanig worden geplaatst dat bij een calamiteit het blustoestel zo snel mogelijk kan worden ingezet. Blustoestellen moeten zichtbaar en toegankelijk zijn. In de praktijk betekend dit dikwijls dat de locatie van het blustoestel middels een pictogram wordt aangeduid, dat de loopafstand naar een blustoestel niet meer dan 30 meter mag bedragen en de onderlinge afstand van twee blustoestellen niet meer dan 60 meter mag zijn.


In de nieuwe NEN 4001 norm wordt aangegeven hoeveel brandblussers er eigenlijk geplaatst moeten worden. Daarbij wordt uitgegaan van een aantal factoren namelijk: 
 Hoe groot is het risico op brand?
 Hoeveel mensen zijn aanwezig?
 Grootte van het gebouw? 

Hoe groter het risico en het aantal mensen en de grootte van het gebouw, hoe meer blussers u moet plaatsen. Bij een groot risico moet uitgegaan worden van ongeveer 1 brandblusser per 100 m2, bij het laagste risico moet u uitgaan van ongeveer 1 blusser per 300 m2. Dit moet wel een poeder- of een schuimblusser zijn. Een koolzuurblusser mag ook geplaatst maar deze moet dan extra geplaatst worden. Vergeet niet dat bij alle brandblusapparatuur een permanente aanduiding en identificatie aanwezig moet zijn. Dit is ook verplicht gesteld in de ARBO- en Europese regelgeving.

 
 


     

 

  Welke type brandblussers zijn er? 

Er zijn 3 verschillende type's brandblussers namelijk: poederblussers, schuimblussers en koolzuursneeuw- blussers. 

 Poederblussers
Poederblussers hebben een zeer hoge bluscapaciteit en kunnen ingezet worden voor het blussen van vaste- vloeistof- of gasbranden (verdeeld in brandklasse A, B en C). Bovendien kan hiermee onder spanning staande apparatuur worden geblust. Men moet echter rekening houden met gevolgschade van bluspoeder op elektronische- en fijnemechanische apparatuur.

 Schuimblussers 
Schuimblussers zijn vrijwel overal inzetbaar. De nevenschade die ontstaat bij gebruik is nihil. Schuimblussers zijn ook geschikt voor het blussen van onder spanning staande apparatuur. Het water-/schuim-mengsel wordt verneveld in zeer kleine druppels waardoor de blusstraal niet elektrisch geleidend is. Schuimblussers zijn geschikt voor het blussen van vaste- en vloeistofbranden (verdeeld in brandklasse A en B). 
 
 Koolzuursneeuwblussers 
Koolzuursneeuwblussers ook wel CO2-blussers genoemd, zijn geschikt voor het blussen van vloeistofbranden (brandklasse B) en branden in onder spanning staande apparatuur. Het grootste voordeel van een koolzuursneeuwblusser is, dat de blusstof (CO2) geen reststoffen achterlaat bij gebruik.

CO2 wordt daarom ondermeer toegepast bij hoog- waardige elektronische apparatuur waar niet geblust mag worden met op water gebaseerde blusstoffen zoals sproeischuim. 

 

De Haas Brandpreventie voert controles uit en brengt de procedures en voorschriften in uw bedrijf in overeenstemming met de eisen van uw verzekeraar. Wij geven u adviezen over de nodige of gewenste verbeteringen en zorg, als u dat wenst, voor een plan van uitvoering.

 

D